MijnTuin.org
Wil je gepersonaliseerde informatie ontvangen over jouw tuin?
Heb je reeds een MijnTuin.org account? Aanmelden
Registreer je nu gratis!

Checklist - Ecologisch tuinieren FAQ

2193 x gelezen
Eddy G. door Eddy Geers Volg Eddy G.

Veelgestelde vragen  over ecologisch tuinieren

 

PLANTENKEUZE

-         Hoe kan ik weten of een bepaalde plant geschikt is voor mijn tuin.

Let vooral op de habitus (omvang en silhouet) van de volgroeide plant. Zorg dat deze in evenwicht is met de beschikbare plaats: zet een plant die drie meter hoog wordt niet voor het keukenraam.

Lees ook aandachtig de plaatsvereisten van de plant: heeft hij een zonnige plek nodig, verkiest hij droge of natte grond…

-         Hoe kom ik tot het juiste assortiment planten in mijn tuin?

Maak tijd voor een goede planning vooraf. Laat je eventueel begeleiden door een professional: een tuinaannemer of een tuinarchitect. Raadpleeg tuinboeken en de cataloog van een plantenkweker en doe inspiratie op tijdens open tuindagen. Denk er aan dat  binnen eenzelfde plantenfamilie  grote verschillen kunnen bestaan in soorten en variëteiten. Als je ergens een plant ziet staan waarvan de bloem of bladvorm je erg bevalt, noteer dan de volledige naam en zoek thuis voor die specifieke plant op of hij in jouw tuin wel past.

Ga vooral na wat de specifieke eigenschappen zijn van jouw tuin. Staan er grote bomen (bij de buren) of een hoge scheidingsmuur die schaduw geven, welke grondsoort heb je, staan er delen van je tuin in de winter onder water? Ben je net verhuisd, steek dan je licht op bij de buren.

Bedenk bij het plannen dat je tuin voortdurend evolueert. Naarmate planten groeien geven ze schaduw aan de planten ernaast of  ze ontrekken ze aan het zicht. Je kan op je plan maar beter meteen aanduiden hoeveel plaats de bomen en struiken na een jaar of vijf zullen innemen.

-         Hoe kan ik in een kleine tuin toch een zekere volheid creëren zonder voortdurend te moeten snoeien?

Plant je 5 struiken van dezelfde omvang naast elkaar, dan zal je ruim voldoende afstand moeten laten om te voorkomen dat ze elkaar hinderen. De bodem ertussen blijft dan vrij kaal en er moet geregeld gewied worden.

Kies je voor 5 planten met een verschillende omvang en ‘habitus’ (silhouet) dan kun je ze dichter tegen en onder elkaar ‘schuiven’, uiteraard rekening houdend met ieders hoogte en behoefte aan licht. Een voorbeeld: tegen de afsluitdraad of -muur laat je een klimplant groeien.

Op twee meter voor de muur (let op de scheidingslijn met de buren) zet je een klein blijvend boom met een stam van 2 meter hoog. Langs de ene kant (op twee tot drie meter) komt een bladverliezende struik die tot drie meter hoog wordt. Aan de andere kant van het boompje zet je een lager, groenblijvend struikje en ervoor enkele kruiden of vaste planten. Tussenin plaats je wat vroeg bloeiende bodembedekkers.

Zo ontstaat een fraai en natuurlijk ogende gelaagdheid waarin de vogels rust, nestplaats, bessen en insecten vinden.

-         Als ik rekening houd met het volgroeide volume van de planten, zal mijn tuin er toch jaren erg kaal bij liggen?

Je mag van je tuin inderdaad niet verwachten dat hij enkele maanden na de aanleg al een weelderige en volle aanblik biedt. Toon wat geduld en geniet van de evolutie. In tegenstelling tot bomen en struiken kunnen vaste planten wel op korte tijd flinke proporties aannemen. Ook met een- en tweejarigen kan je de eerste jaren voor de nodige opvulling zorgen. Laat je niet verleiden tot extra bemesting. De bomen en struiken in je tuin hebben vooral een humusrijke, goed doorlatende en kruimelige bodem nodig. Meng  bij het planten compost in het plantgat en bedek de bodem met een laag mulch.

-         In de schaduw van hoge bomen wil toch niets groeien.

Heel wat tuinplanten doen het uitstekend in de (half)schaduw. Andere groeien en bloeien heel vroeg in de lente wanneer de bomen en struiken nog geen blaadjes hebben en schaduw geven.

-         Aan welke eisen moet een goede bodembedekker voldoen?

Eerst en vooral moet een bodembedekker de bodem zo volledig mogelijk bedekken! Daardoor beschut hij de bodem en het bodemleven en remt de onkruidgroei. Hoe vroeger hij in het voorjaar blad krijgt, hoe beter. Best blijft hij ook in het najaar zo lang mogelijk groen. Klimop blijft zelfs in de winter groen en is dus een geschikte bodembedekker. Daarenboven houdt klimop van schaduw. Je kunt hem dus onder bomen en struiken aanplanten. Voor andere locaties zal een zonneminner meer gepast zijn.

Andere eigenschappen, afhankelijk van de plaats waar je de bodembedekker wil planten, zijn resistentie tegen betreden en een min of meer sterke groeikracht. We willen immers dat de jonge planten zo snel mogelijk uitgroeien tot een gesloten tapijt. Anderzijds mag hij ook weer niet zo sterk uitgroeien dat hij de omstaande planten overwoekert.

-         Kan het zijn dat de ene cultivar van een bepaalde plant beter geschikt is voor mijn tuin dan de andere?

Zeker, al was het maar door de kleur van bloem en blad, of door de vorm en de hoogte van de plant.

​MULCHEN

-         Waarom kan je best geen houtsnippers gebruiken als mulchmateriaal in de moestuin?

Een absolute vereiste bij het gebruik van houtsnippers als mulch is dat ze niet vermengd worden met de bodem eronder. Dit zou leiden tot stikstofvastlegging en slechte groei van de planten. Zeker in een groentetuin is het onvermijdelijk dat bij zaaien, planten en oogsten de bodemlagen vermengd worden.  Groenten, meer nog dan sierplanten, hebben immers een behoorlijke behoefte voedingselementen.

-         Als ik het grasmaaisel gebruik als mulchmateriaal onder de struiken, loop ik dan niet het risico op die plaatsen gras of onkruid te zaaien?

Die kans bestaat inderdaad wanneer die grassen en kruiden in je gazon zaad gevormd hebben. Mulchen heeft echter een onkruidremmend effect. Is de aanvoer van zaad dus beperkt, dan zal je er weinig last van hebben.

-         De mulchlaag mag vooral niet met de bodem vermengd worden, en toch stimuleert ze het bodemleven?

Inderdaad. Het bodemleven is heel mobiel. De meeste organismen zijn voortdurend in beweging tussen de verschillende lagen: op zoek naar voedsel, beschutting of naar een geschikte plaats om  eieren af te zetten. Bij het opnemen van voedsel zijn ze heel selectief. Tussen de houterige, minder voedzame snippers vinden ze halfverteerde blaadjes en stukjes schors maar ook schimmels die voedingsstoffen uit het hout gepuurd hebben. Op andere plaatsen, dieper in de bodem, droppen ze hun uitwerpselen. Zo verrijken en verbeteren ze jaar na jaar je grond. Het leven in de bodem is bijzonder rijk en interessant en zo oud als het leven op aarde.

-         Is er geen gevaar dat ik door houtsnippers van het containerpark ziektes in mijn tuin breng?

Hoewel die kans theoretisch wel bestaat, komt het in de praktijk niet vaak voor. In de voorraad snippers loopt de temperatuur immers erg hoog op en dat vernietigt de ziektekiemen. De voordelen van een mulchlaag zijn zo groot dat een eventueel risico van besmetting er trouwens niet tegenop weegt.

Let er wel op dat het materiaal inderdaad enkel uit houtsnippers bestaat, zonder grasmaaisel en andere fijne tuinresten ertussen. Die laatste verteren snel en dat levert méér in plaats van mínder onkruid op.

-         Zal de bodem in mijn tuin niet verzuren door het gebruik van snippers?

Een meermaals en jarenlang gebruik van zuivere naaldhoutsnippers zou verzuring in de hand kunnen werken. Voor een siertuin is dat niet echt een probleem. Vaak wordt, precies voor dat doel, zelfs aangeraden om turf in de bodem te mengen.

Gebruik je een mengsel van loof- en naaldhout dan hoef je geen verzuring te vrezen. Integendeel, het bodemverbeterend effect van de mulch zal de zuurgraad van de bodem optimaliseren.

-         Wat heeft een mulchmaaier met mulchen te maken?

Onder mulchen wordt verstaan: het bedekken van de bodem met een laag(je) organisch materiaal. Een laag van 5 à 10 cm houtsnippers of 2 à 3 cm grasmaaisel tussen vaste planten en struiken zijn gekende voorbeelden.

Wat een mulchmaaier doet, is het afgesneden gras versnipperen en het op de bodem tussen de grassprietjes blazen. Daar vormt het een, weliswaar heel dun, mulchlaagje. De bodemorganismen verteren het, verbeteren de bodemstructuur en brengen de voedingsstoffen terug bij de graswortels.

-         Zal er geen ‘ongedierte’ in de snipperlaag nestelen?

Het is indrukwekkend hoeveel leven er te ontdekken valt enkele maanden na het aanbrengen van een mulchlaag. Massa’s nuttige (bos)bodemdiertjes die het organische materiaal gezamenlijk omzetten in humus. Hun aanwezigheid is de beste garantie dat schadelijke organismen (‘on’gedierte) niet aan de bak komen.

-         Hoe lang duurt het vooraleer onkruid verdelgd is onder een laag karton + mulch?

Word je in je tuin geplaagd door woekerende onkruiden, dan kan karton wonderen doen. Dek de bodem in het voorjaar af met een dubbele laag open geplooide dozen. Verwijder plastic kleefstrips en zorg voor voldoende overlapping. Dek het karton af zodat het niet gaat krullen. De meeste onkruiden zullen uitgeput zijn tegen de tijd dat het karton verteerd is d.w.z. na een tweetal maanden. De krachtige planten die na die tijd toch nog de kop opsteken, dek je een tweede maal af met een nieuwe laag karton. Dit systeem is een mooi voorbeeld van werken mét de natuur i.p.v. tégen. Karton, gemaakt van houtvezel, is een natuurlijk product. Het mulchen met karton activeert en beschut het bodemleven. Alle voedingsstoffen die bij de vertering van het onkruid vrij komen, komen ter beschikking van de planten en struiken die jij er geplant hebt. Ondertussen creëert het leven in de grond een kruimelige, luchtige, humusrijke, vochthoudende en naar bosgrond ruikende bodem, zonder spitten, frezen of herbicidegebruik.

In tegenstelling tot kunststof folies kan bij het afdekken met karton het bodemleven vrij door alle lagen van de bodem bewegen. Het zal je als regenworm (het nuttigste dier van onze tuin) maar overkomen dat je plots geen afgevallen bladeren en ander voedsel meer in je gangen kan trekken omdat je van de rest van de wereld werd afgesloten door een vel plastic.

-         Welk mulchmateriaal kan ik in de moestuin gebruiken?

Wanneer je houtachtig mulchmateriaal gebruikt in de moestuin moet je goed opletten dat je het tijdens het zaaien, planten en oogsten niet inwerkt in de bodem. Het verterende materiaal zou immers te veel voedingstoffen onttrekken.  Daarom is het beter in de moestuin te kiezen voor een ‘zacht’ mulchmateriaal zoals grasmaaisel of hooi. Gedurende de wintermaanden kan een afgestorven groenbemester deze rol vervullen.

DIVERS

-         Wat doe ik tegen slakken in mijn tuin ?

Er zijn natuurlijke vijanden van slakken in je tuin te vinden. Vogels kan je lokken door te zorgen voor nestgelegenheid. Zorg in de zomer voor drinkwater en in de winter voor voedsel.

Wie kippen houdt kan ze af en toe in de tuin los laten.

Padden en egels lusten ook slakken. Zij schuilen graag in takkenwallen, stapelmuurtjes en onder struikgewas.

Je kan de slakken op een milieuvriendelijke manier vangen in ‘slakkenvallen’.

Graaf op enkele strategische plaatsen in de tuin tot aan de rand een potje in de bodem, gevuld met bier. De slakken kruipen over de rand en verdrinken in het bier. Je moet er wel steeds voor zorgen alle dode slakken te verwijderen.

Je kunt ook bij valavond grote bladeren (vb. rabarber) of een vochtige krant op een rustig plekje in de tuin leggen en de volgende ochtend alle hieronder gekropen slakken verzamelen.

-         Wanneer kan ik de haag best snoeien?

De groei van een plant vindt vooral in het begin van de zomer plaats. Hoe vroeger in het voorjaar je dus je haag snoeit, des te meer de nieuwe loten nog zullen uitgroeien. Je zult dan een tweede keer moeten snoeien. En meer snoeien betekent natuurlijk meer afval.

Daar staat tegenover dat, wanneer je de haag twee (en misschien wel drie) keer per jaar snoeit, het haagscheersel kort en zacht is en je het zonder meer in een compostvat of –bak kan verwerken.

-         Moet ik mijn gazon bemesten?

In een gazon kan je heel veel tijd en geld steken. Wil je het hele jaar door een egaal, groen en onkruidloze grasmat, dan zal het waarschijnlijk niet zonder bemesting en andere kunstmatige ingrepen kunnen.

Ga je voor een gazon met meer ‘karakter’, dan kun je de kunstmest vervangen door rijpe, gezeefde compost. Laat water geven achterwege en verhoog de maaistand tot 4 à 5 cm.

Zet je de stap naar mulchmaaien, dan reduceer je niet enkel de hoeveelheid af te voeren maaisel tot nul, je brengt bij iedere maaibeurt de voedingsstoffen meteen weer naar de wortels: twee vliegen in één klap.

-         Ik beschik niet over een hakselaar, wat kan ik doen met mijn grof snoeihout?

Heb je achter wat groenblijvende struiken een vierkante meter vrij, dan kan je de takken en stengels er stapelen tot een mini-houtmijt. Heel wat nuttige dieren zullen er hun toevlucht nemen.

Rechte takken kan je vlechten tot een lage afsluiting. Klop enkele dikkere takken voldoende diep in de grond op een 40-tal centimeter van elkaar. Laat ze 20 – 30 cm boven de grond uitsteken. Vlecht de vers gesnoeide takken ertussen: eenvoudig en mooi.

Een houtwal maak je door op 0,5 tot 1 m afstand 2 rijen palen in de grond te slaan met een onderlinge afstand van ongeveer een halve meter. Daartussen stapel je snoeihout en ander tuinafval. Naarmate dit verteert en zakt, kun je vers materiaal toevoegen.

-         Als ik ervoor zorg zo weinig mogelijk te snoeien, hoe kan ik dan een houtwal maken?

Een heuse houtwal is inderdaad meer iets voor een grote tuin. Een bussel takken, regelmatig bijgevuld met wat vers snoeihout, is echter ook in een kleine tuin erg aantrekkelijk voor de fauna. Het zal misschien geen nestplaats voor egeltjes worden maar als broedplaats voor nuttige insecten en wie weet een winterkoninkje, komt het vast in aanmerking.

-         Waarom is het beter compost in het plantgat te gebruiken dan een chemische meststof ?

Kunstmest heeft de eigenschap op te lossen in water. Wat niet wordt opgenomen door de plant, spoelt uit en ben je kwijt. De voedingsstoffen in compost komen niet sneller vrij dan de bodemorganismen en de plantenwortels ze kunnen opnemen. Die vrijstelling gebeurt door micro-organismen die vooral actief zijn wanneer de bodem vochtig is en warm. Precies de omstandigheden waarbij de plantenwortels veel voedingsstoffen opnemen. Tijdens de vertering van compost maken de organismen de bodem kruimelig, luchtig, vochthoudend en goed drainerend. En dat is voor onze tuinplanten minsten zo belangrijk als de voedingsstoffen die daarbij vrij komen.

Bron: VLACO

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Log in om een reactie te plaatsen