Prunus laurocerasus 'Otto Luyken' - Gewone laurierkers
|
|
Naam |
Prunus laurocerasus 'Otto Luyken' |
Nederlandse naam |
Gewone laurierkers |
Familie |
Rosaceae |
Herkomst |
Eurazië (Zuidoost-Europa en Klein-Azië) Kaukasus, Balkan (Bossen in berggebieden) |
Categorie |
Heesters. Groenblijvende, dichte, breed uitgroeiende compacte heester. |
Hoogte |
150 cm |
Breedte |
150 à 200 cm |
Blad |
Langwerpig tot lancetvormig, leerachtig. Decoratief. Glimmend donkergroen. Bladtop toegespitst |
Bloei |
Halflange trossen van 8 cm Rijkbloeiend. Rijke nabloei |
Bloeitijd |
Bloeit rijkelijk van mei tot juni en soms nabloei eind augustus-begin september. Na de bloei ontstaan zwartrode tot zwarte vruchten. |
Standplaats |
Stelt weinig eisen maar doet het goed op eerder vochtige, humusrijke grond in de zon of schaduw. |
Algemene kenmerken |
Compacte, bossige, breed-opgaande, groenblijvende heester Zeer gekende soort die veel wordt toegepast in blokken of in groepen bij elkaar, als lage haag, borderrand |
Snoeien |
Snoeien kan om de struik in vorm of in model te houden. Dit gebeurt best begin juni en oktober. Een drastische verjongingssnoei kan in maart. Als haag wordt hij best tweemaal per jaar gesnoeid; in juni en eind september. Om een compact groeiende plant te bekomen is het noodzakelijk om bij het aanplanten de plant reeds in de breedte te snoeien. Hierdoor wordt de vertakking gestimuleerd. Te breed uitgegroeide hagen kunnen teruggeknipt worden maar het nadeel is dat de plant dan een seizoen lang lelijk en kaal blijft. |
|
|
Er zijn nog geen reacties.
Log in om een reactie te plaatsen